Добавил:
Upload Опубликованный материал нарушает ваши авторские права? Сообщите нам.
Вуз: Предмет: Файл:
Verslag fo the thijssen definitieve maar toch v...docx
Скачиваний:
7
Добавлен:
21.11.2019
Размер:
3.97 Mб
Скачать

6. Chromatografie

29.

A. Stationaire fase: Het droge papier met niets er op.

Mobiele fase: Het papier met de stift en de loopvloeistof er op.

B. Deze stoffen hechten zich het minst goed aan het papier, en lossen het best op in de loopvloeistof

C. Deze stoffen hechten zich het best aan het papier, en lossen het minst op in de loopvloeistof.

30.

A. De verplaatsing van een component delen door de verplaatsing van het vloeistof front.

B. Dat deze wel een idee geeft over wat de situatie is, maar het geeft geen zekerheid, en is dus als vergelijking wel te gebruiken, maar dan met een lage zekerheidswaarde.

C. Component 1: 2,5:4 = 0,625

Component 2: 1,5:4 = 0,375

Component 3: 2,5:4 = 0,625

3 1.

Uit dit chromatogram volgt dat de samenstelling van stift 4 en 5 gelijk zijn aan die van de stift waarmee op de cheque is geschreven.

32.

A. Zie tabel pagina 3.

B. Misschien een langer chromatogram, omdat er dan een kans is dat er een afhaakt, waardoor je nog zekerder kunt zeggen welke stift het waarschijnlijk is.

7. Ballistiek

33.

A.

B.

C. Omdat het waarschijnlijk ook iets meer zou kunnen zijn geweest. Ik kan me niet voorstellen dat de hoeveelheid kruit in een huls tot op vijf cijfers achter de komma precies wordt gemeten. Het is dus zeer waarschijnlijk dat het iets meer is. Ik zou zeggen rond de 3,8 mg in plaats van 3,74544 mg.

34.

35.

A.

B. Ja, aangezien de snelheid veranderd, veranderd ook de wrijvingskracht. Dit is heel eenvoudig te zien. Vul maar een lagere snelheid in de formule in en dan zie je dat er ook een lagere wrijvingskracht uit komt.

C.

D.

Na een meter is de kinetische energie 149,7376 i.p.v. 149,8176. Als je met die nieuwe waarde verder rekent krijg je

36.

Resultaten vraag 36

Hoogte:

Indeuk

Zwaartenergie

7 cm

0 cm

0,7 Joule

27 cm

0,1 cm

2,6 Joule

47 cm

1,3 cm

4,6 Joule

67 cm

2 cm

6,6 Joule

87 cm

2,5 cm

8,5 Joule

107 cm

3,3 cm

10,5 Joule

127 cm

3,5 cm

12, 5 Joule

147 cm

4 cm

14,4 Joule

Vraag bij 36.

In Joule/cm

Aan de hand van de trendlijn berekenen we de vormingsconstante. Als je de punten 6,6 en 10,5 afleest uit de tabel, krijg je voor 6,6 -> 1,75 en voor 10,5 -> 3.

Vervormingsconstante is ∆X/∆Y => Cv (10,5 – 6,6)/(3 – 1,75) = 3,12 J/cm

Er is dus voor een cm vervorming ongeveer 3,12 Joule nodig.

37.

A. De kogel van de luchtbuks zal de grootste initiële vervormingsenergie hebben, aangezien deze platter is, en er moet dus bij het beginpunt al meteen een groter oppervlak worden vervormd, waardoor er meteen meer energie nodig is. De revolver kogel daarentegen zal de grootste vervormingsconstante hebben, omdat er standaard meer in centimeters wordt vervormd, omdat hij een dunne vorm heeft, waardoor er makkelijk meer in centimeters te vervormen is.

B.

38.

A.

B.

C.

39.

A. Rond borsthoogte. Dit komt ook overeen met de inslag in het lichaam. Waarschijnlijk zijn de andere inslagen lager door slordig schietwerk.

B. Van dichtbij. Uit vraag 38 B volgt namelijk dat de snelheid van de kogel bij inslag ongeveer 339,3 m/s was. Als je dit antwoordt combineert met je antwoord op 35 C, kun je concluderen dat er op ongeveer de afstand van de voetsporen, dus 2 meter, is geschoten.

C. Ja, als je kijkt naar de afstand van waarop er is geschoten, is dat zeker mogelijk, en ook aannemelijk.

40. Proef hebben we niet gedaan.

41. Proef hebben we niet gedaan

42. Op de kleding van Mandy Groothuizen en op die van Jan Coster zitten bloedvlekken.

43. proef hebben we niet gedaan

44.

A. bij de X zitten 2 chromosomen.

B. mannen zijn langer en hebben langere ledematen dan gemiddeld. Lagere testosteronwaarde.

45.1.

DNA

DNA bestaat uit 4 soorten bouwstenen, A (Adenine), T (Thymine), C (Cytosine), en G (Guanine). Deze liggen in de celkern, goed opgevouwen door het eiwit eromheen. Dit samen vormen de chromosomen, waarvan er in totaal 46 zijn (23 paren). Het DNA in de cellen, is in alle cellen gelijk. Dit is natuurlijk essentieel voor het vergelijken van DNA bij forensisch onderzoek.

slechts 2 % van het DNA zorgt voor de erfelijke eigenschappen, de rest is niet-coderend DNA. Hieronder vallen ook hypervariabele gebieden, stukjes DNA met een stel bouwstenen die zich in een bepaalde volgorde herhalen (bijv. TCAT TCAT TCAT TCAT), het aantal herhalingen verschilt echter heel erg per persoon. Hierdoor is dat stuk DNA bij de ene veel korter dan bij de andere, dit is erg handig om DNA te koppelen aan bepaalde mensen.

Bouwsteen A is altijd verbonden met T, en bouwsteen C met G

DNA in de praktijk

1. Men probeert het DNA zo zuiver mogelijk te isoleren. Een belangrijke voorwaarde hiervoor is dat verontreiniging zo veel mogelijk is voorkomen.

2. Men probeert de desbetreffende loci (hypervariabele gebieden) te vermeerderen, zodat het resultaat duidelijker wordt.

3. Op DNA-analyseapparatuur worden de loci aangegeven als pieken. Dit kunnen 2 pieken (bijv. 17/18) of 1 piek (bijv. 15/15) zijn. De enkele piek is in situaties als deze vaak 2 keer zo lang. Ook kan met de X en Y chromosomen worden waargenomen of het om een man (2 pieken), of een vrouw (1 piek) gaat.

4. Het gevonden DNA wordt vergeleken met DNA van de mogelijke daders (bijv. door wangslijmvlies af te nemen). Komen ze niet overeen, dan gaat het niet om dezelfde persoon, de dader is onschuldig. Zo wel, dan kán de dader schuldig zijn (het kan ook om zijn/haar familie gaan, bijvoorbeeld).

Een DNA-profiel kan echter ook onvolledig zijn.

DNA-mengprofielen

Als bijvoorbeeld meerdere mensen aan een sigaret hebben gerookt, krijg je een mengprofiel. Dat houdt in dat er DNA is gevonden van meerdere mensen. De hoogte van de pieken geeft aan hoeveel men er aan bij heeft gedragen, en er kan m.b.v. die pieken ook het aantal mensen worden berekend.

DNA-mengprofielen met meer dan 2 personen zijn wel moeilijk te herleiden, welke pieken van wie zijn, dus.

45.2.

A. Bloed, haren, sperma

B. Omdat het DNA in alle cellen van je lichaam gelijk is, het DNA in de wangslijmcellen, komt dus overeen met dat van het bloed, als het de dader is.

45.3. 98% van je DNA is niet-coderend DNA, dat houdt in dat het niets te doen heeft met je erfelijke eigenschappen (je neus, de kleur van je ogen, etc.)

47.1. filmpje kijken; gedaan

47.2

-Het DNA van de desbetreffende loci vermeerderen voor meer materiaal -Op DNA-analyseapparatuur worden de DNA-kenmerken van de loci als pieken weergegeven (vaak in 2 pieken, soms in 1, 2 keer zo hoge piek). Hierdoor kan je ook zien of het om een man (2 pieken, XY) of een vrouw (1 piek, XX) gaat -Mocht het DNA verschillen van het DNA van je verdachte, dan weet je dat het NIET zijn DNA is. Is het hetzelfde, dan is de kans heel groot dat het WEL zijn DNA is, al kan het ook nog van familie zijn, of van een willekeurig ander persoon die toevallig hetzelfde DNA heeft. -Pagina 9 is eigenlijk al een soort samenvatting. Als je een samenvatting samenvat, houd je niet veel over.

47.3

A. Eigenlijk is dit gewoon de Engelse benaming voor hypervariabele gebieden. De stukjes DNA die een heel aantal keer herhaald worden, en die verschillen per persoon

B. de plaats van de uiterlijke kenmerken

C. dingen waaraan je het DNA kan herkennen

D. het gehele DNA

48.2

A. - De benodigde loci - Kleine stukjes van die loci, die je er op kan 'plakken' - Een manier om het te verhitten tot in ieder geval 100 graden Celsius, maar deze verhitting ook te kunnen stoppen op een bepaalde temperatuur - Een nauwkeurige thermometer B. Als je het kloont in een bacterie, krijg je niet exact hetzelfde terug. Het duurt veel minder lang, en tijd is erg belangrijk als het om DNA gaat.

49. De bovenste stip geeft de 8 herhalingen aan en de onderste stip de 6 herhalingen aan.

Conclusies en theorieën die volgen uit de opgaves.

Mandy Groothuizen

Nadat wij al onze opgaven hadden gemaakt, vonden we dat er heel veel bewijs tegen Mandy was. Allereerst, is er de vingerafdruk op de plaats delict die aan haar behoord. Daarnaast is ze ongeveer even lang als onze dader zou moeten zijn, zoals ons voetafdrukken onderzoek uit wees. Dit is niet alles. Haar verklaring, die ze samen met haar vriend heeft opgegeven, klopte niet. Ze beweren de schoten rond 23:41 te hebben gehoord, terwijl ons onderzoek uitwijst, dat de heer Thijssen tussen 17:25 en 23:01 is gestorven. Uit ons stofonderzoek blijkt daarnaast, dat de Mandy dezelfde stof op zich droeg als de heer Thijssen. Uit ons stiften onderzoek, blijkt daarnaast, dat de inkt uit de stift van Mandy precies dezelfde samenstelling heeft als de inkt op de cheque. Dit maakt haar natuurlijk nog verdachter. Toen wij ons bloedonderzoek hadden afgerond, bleek het ook nog eens zo te zijn, dat Mandy bloed op haar kleren had zitten. Dit kan van haar zelf komen, maar ook van de heer Thijssen, wat gezien de rest van het bewijs een stuk waarschijnlijker is. Al dit bewijs vonden wij genoeg, en daarom zijn wij bij de officier van justitie om een huiszoekingsbevel gaan vragen. De officier vond het bewijs sluitend genoeg, en gaf ons dit bevel.

Huiszoeking en de daaruit volgende conclusies.

Onze huiszoeking:

Соседние файлы в предмете [НЕСОРТИРОВАННОЕ]